Om terug te komen op dat bovengenoemde rapport: daar is nog van alles over te vertellen.
-Het
is zeer waarschijnlijk ingevuld door de conciërge; het klasseleraar- en begeleidingssysteem
bestond toen nog niet.
-Hoewel wij sinds 1934 de spelling Kollewijn hadden geleerd,
waren de rapporten nog gedrukt in de "oude spelling" De Vries en Te Winkel. Dus:
Nederlandsch, Menschkunde, Handteekening, enz. En wij maar diktees maken zonder fouten.
(zuinigheid?).
-Trouwens: onderaan het rapport staat de naam van ons aller "Piem":
Drs. Jos van Vroonhoven. (Wat kon die man toch grote ogen opzetten als hij kwaad
was.)
Deze man was echter enkele jaren gedoctoreerd. Dus moest de concierge op elk
rapport van Drs. de s doorstrepen! (zuinigheid?).
-En als je dan alle vakken nagaat,
komen de namen van de leraren weer boven en daar heb ik - en ik denk velen met mij
- prettige en minder prettige herinneringen aan. En die herinneringen zijn na 50
jaar wel heel erg verkleurd; die laat ik dus achterwege.
Ik volsta met hier te zeggen,
dat ik de liefde voor het vak Nederlands waarschijnlijk heb overgehouden van de zeer
enthousiaste en zeer geliefde Nederlandse leraar (of moet ik zeggen leraar-Nederlands?)
waarvan ik mijn hele HBS-tijd les heb gehad. Ik hoor hem met zijn welluidende stem
vanaf zijn katheder nog vragen: "Wie is aan bod?"
P.G.